Logo Schwob.nl - de mooiste vergeten klassiekers

Marcel Schwob
sticker De mooiste vergeten klassiekers
Vsevolod Garsjin - De beren en andere verhalen

2011 | Athenaeum—Polak & Van Gennep | € 19,90 | paperback, 192 blz. | vertaald door Hans Boland

Vsevolod Garsjin

De beren en andere verhalen (Athenaeum-Polak & Van Gennep)

Boek

Vsevolod Garsjin heeft een klein oeuvre nagelaten, maar wát hij schreef behoort tot het allerbeste van de Russische literatuur. Hans Boland koos de mooiste verhalen uit en vertaalde die meesterlijk.

Al tijdens zijn leven was Garsjin enorm populair. Een tijdgenoot herinnert zich een voorleesoptreden van de schrijver: ‘Toen hij het podium opkwam zwol het applaus, dat al begonnen was voor hij verscheen, tot een ongekend rumoer aan: het publiek stond op […] en wel twintig minuten lang hielden het geklap en geroep aan.’
Garsjin schreef ongeveer twintig verhalen; de negen indrukwekkendste en bekendste daarvan zijn opgenomen in De beren en andere verhalen. Daarnaast vertaalde Hans Boland een kort verhaal dat Anton Tsjechov schreef bij wijze van in memoriam voor zijn collega.

Biografie

Vsevolod Garsjin

Vsevolod Garsjin (1855-1888) kende al vanaf zijn kinderjaren periodes van extreme levenslust en vrolijkheid die werden gevolgd door ernstige depressiviteit. Op drieëndertigjarige leeftijd sprong hij van de derde verdieping van het appartementencomplex waar hij woonde; vier dagen later overleed hij aan de verwondingen.

Meer informatie

Vertaler

Hans Boland is vertaler Russisch en onder andere bekend van het vertalen van Tolstoi, Poesjkin en van de poëzie van Anna Achmatova. In 1972 bezocht hij voor het eerst in het toenmalige Leningrad. Na de perestroika werkte hij er gedurende vier jaar als docent Nederlands aan de universiteit.

Fragment

Vier dagen

Ik herinner me dat we door bebost terrein draafden, dat de kogels ons om de oren floten, dat er takken afbraken onder het spervuur en dat we ons een weg moesten banen door meidoornstruiken. Er werd steeds feller geschoten. Af en toe schitterde er iets roods tussen de bomen aan de bosrand. Sidorov, een jong soldaatje van de eerste compagnie – hoe komt hij toch in onze linie terecht? dacht ik nog even – zakte plotseling door zijn knieën en keek me zwijgend aan, met grote, bange ogen. Het bloed stroomde uit zijn mond. Ja, dat herinner ik me precies. Ook herinner ik me dat ik tussen de dichte begroeiing, toen de bosrand al vlak voor me lag, hem opeens zag: een grote dikke Turk. Zelf ben ik tenger, en helemaal niet sterk, maar ik rende recht op hem af. Er klonk een luide knal en er scheerde iets door de lucht – een enorm gevaarte, leek me. Mijn oren gonsden. Dat is hij, hij heeft op me geschoten, dacht ik. Maar de Turk gaf een schreeuw van pure doodsangst, terwijl hij zijn lichaam tegen de struiken achter zich perste. Hij had eromheen kunnen lopen, maar was kennelijk zo geschrokken dat hij niet meer na kon denken en zichzelf in de stekelige takken van de meidoorn wrong. Daarop sloeg ik hem zijn geweer uit de handen en stak ik mijn bajonet plompverloren in zijn lijf. Er was een geluid dat het midden hield tussen grommen en kreunen. Ik rende verder. Onze mannen riepen ‘Hoera!’, lieten zich op de grond vallen, vuurden. Ik herinner me dat ikzelf ook een paar keer schoot, toen ik me al in het vrije veld bevond. Nu werd het hoerageroep luider, en we rukten op. Dat wil zeggen, niet wij maar onze mannen – zelf bleef ik achter. Dat vond ik vreemd. Nog vreemder was het dat alles ineens in het niets was opgelost. De stemmen en geweren zwegen. Ik hoorde niets meer en zag alleen nog maar wat blauws, de hemel, neem ik aan. Toen loste ook dat op.

*

Nooit eerder heb ik in zo’n merkwaardige houding gelegen: op mijn buik, met een klein stukje grond voor mijn ogen, meer niet. Een paar grassprietjes, een mier die ondersteboven langs zo’n halmpje klautert, wat takjes en dorre blaadjes – daaruit bestaat mijn hele wereld. Ik zie trouwens maar met één oog, want het andere zit dicht, vanwege iets hards. Waarschijnlijk een boomtak, waar ik met mijn hoofd tegenaan lig. Het is ontzettend ongemakkelijk, zoals ik daar lig. Ik wil me bewegen, wat niet gaat, zonder dat ik snap waarom. De tijd verstrijkt. Ik hoor het getjirp van krekels en het gezoem van een bij. Verder niets. Ten slotte weet ik met inspanning van al mijn krachten mijn rechterarm onder mijn buik vandaan te trekken en probeer ik overeind te komen, met beide handen op de grond steunend. Het is of er een bliksem door mijn lichaam slaat, een snijdende flits vanuit mijn knieën naar mijn borst en hoofd. Opnieuw wordt het aardedonker, opnieuw is er niets meer.

Reacties

Garsjins inlevingsvermogen is fenomenaal. Zelfs in zijn sprookjes zijn de personages volkomen overtuigend. - de Volkskrant

Dit boek verandert je leven - Bas Heijne