Logo Schwob.nl - de mooiste vergeten klassiekers

Marcel Schwob
sticker De mooiste vergeten klassiekers
Hans Fallada - Alleen in Berlijn

2010 | Cossee | € 18,99 | paperback, 528 blz. | vertaald door A.Th. Mooij

Hans Fallada

Alleen in Berlijn (Cossee)

Boek

Berlijn 1940. Otto Quangel verdient zijn brood in een meubelfabriek en hij en zijn vrouw Anna interesseren zich niet voor politiek. Maar als ze per brief de melding krijgen dat hun zoon tijdens Hitlers veldtocht in Frankrijk gesneuveld is, voelen de Quangels, die niet per se als helden geboren zijn: dit is te erg!

Als protest verspreiden ze kaarten met onhandig geformuleerde anti-Hitlerslogans (met rare spelfouten) in trappenhuizen en op vensterbanken van openbare gebouwen. Ze dromen ervan de mensen met hun actie wakker te schudden. Maar de meeste kaarten worden onmiddellijk ingeleverd bij de Gestapo. Een ambitieuze agent markeert op een plattegrond de vindplekken met rode vlaggetjes, en een moordend kat-en-muisspel begint.

Fallada modelleerde de Quangels naar het moedige Berlijns arbeidersechtpaar Otto en Elise Hampel. Hij schreef hun verhaal binnen acht weken, kort voor zijn dood, nadat hij verslagen van de verhoren had gelezen. Alleen in Berlijn is Fallada’s monument voor het verzet van gewone mensen tegen het naziregime, en het is de eerste roman over dit onderwerp in het naoorlogse Duitsland. Alleen in Berlijn is herontdekt als meesterwerk en inmiddels in veel landen een bestseller.

*Alone in Berlin* (2016) is de nieuwe verfilming van de roman door de makers van Good Bye, Lenin!, met Emma Thompson en Brendan Gleeson.

Biografie

Hans Fallada (1893-1947) heette in werkelijkheid Rudolf Ditzen. Op zijn achttiende belandde hij voor het eerst in de gevangenis omdat hij op een kamergenoot had geschoten, later zat hij meerdere keren vast vanwege drugs, diefstal en poging tot moord op zijn echtgenote. Fallada koos zijn pseudoniem uit de sprookjes van de gebroeders Grimm.

Meer informatie

Fragment

Langzaam beklimt postbezorgster Eva Kluge de treden in het trappenhuis van Jablonskistraat 55. Ze loopt niet alleen zo langzaam omdat ze moe is van haar ronde, maar ook omdat ze in haar tas een van die brieven heeft zitten die ze slechts met tegenzin bezorgt. En zo dadelijk, twee trappen hoger, moet ze deze bij de familie Quangel afgeven.

Maar eerst moet ze nog bij de familie Persicke, op de etage daaronder, de partijcirculaire bezorgen. Persicke is dienstleider of politiek leider of zoiets bij de Partij – Eva Kluge haalt al die baantjes nog altijd door elkaar. In elk geval moet je bij de Persickes met ‘Heil Hitler’ groeten en goed oppassen wat je zegt. Hoewel… dat moet je overal; je komt maar zelden iemand tegen met wie je kunt bespreken wat je werkelijk denkt. Eva Kluge heeft totaal geen politieke belangstelling; ze is maar een gewone vrouw, en als vrouw vindt ze dat de kinderen niet ter wereld worden gebracht om zo gauw mogelijk als kanonnenvlees te dienen. En een huishouding zonder man is ook niets waard. Voorlopig heeft ze niets meer; noch een man, noch een huishouding, noch haar twee jongens. In plaats daarvan moet ze haar mond houden, heel voorzichtig zijn en afschuwelijke veldpostbrieven rondbrengen, die niet met de hand maar met de machine zijn geschreven en als afzender de regimentsadjudant vermelden.

Ze belt bij de Persickes aan, zegt ‘Heil Hitler!’ en geeft de oude zuiplap zijn circulaire. Op zijn revers draagt hij het insigne van de Partij en het ordeteken van zijn rang, en hij vraagt: ‘Heb je nog nieuws?’ Ze antwoordt: ‘Hebt u het extra nieuwsbericht dan niet gehoord? Frankrijk heeft gecapituleerd.’

Persicke reageert nors: ‘Ach juffrouw, natuurlijk heb ik dat gehoord. Maar u zegt het op een toon alsof u een broodje staat te verkopen! Ken u dat niet wat vrolijker vertellen? U mot het tegen iedereen zeggen die geen radio heit, dan worden ook de laatste kankeraars het met ons eens. De tweede Blitzkrieg is voorbij, nou nog één hindernis en dan naar Engeland varen! Drie maanden, dan leggen de Tommies op hun gat, en dan mot u es zien wat we voor een leventje krijgen bij onze Führer. Dan kennen de andere bloeden, en zijn wij de baas in de wereld! Kom binnen, meid, drink een borreltje mee! Amalie, Erna, August, Adolf, Baldur – vooruit, allemaal hier komme! Vandaag nemen we het ervan, vandaag voeren we geen klap meer uit. Eerst zetten we het op een zuipen, en dan gaan we vanmiddag naar die ouwe Jodin op de vierde verdieping. Dat kreng zal ons op koffie en koek trakteren. Ze mot, versta je, ik laat het er nou niet meer bij zitten!’

Reacties

‘Als je Fallada’s grootse roman over de meest donkere jaren van de twintigste eeuw leest, dan weet je het zeker: zo was het, zo is het gebeurd.’ - The New York Times

‘Hans Fallada zet alle personages trefzeker neer. De roman leest alsof deze net zo goed vorige week verschenen kon zijn. Doordat hij erin slaagt de afstand tussen toen en nu te overburggen maakt hij de situatie in Duitsland invoelbaar, meer nog dan Hans Keilson en Anna Seghers.’ – De Groene Amsterdammer