Logo Schwob.nl - de mooiste vergeten klassiekers

Marcel Schwob
sticker De mooiste vergeten klassiekers
Osamu Dazai - Als mens misluk

2023 | Uitgeverij Cossee | € 22,99 | Paperback, 192 blz. | / Vertaald door Luk Van Haute

Osamu Dazai

Als mens misluk (Uitgeverij Cossee)

Boek

'Een leven vol schaamte heb ik geleid. Het dagelijks bestaan van mensen, daar krijg ik geen vat op.’ Het zijn de eerste zinnen uit het dagboek van Yozo Oba, een jongeman die leeft in een steeds woeliger Japan. Zijn ouders zijn altijd afwezig en hij heeft moeite con[1]tact met leeftijdsgenoten te maken. De wereld om hem heen kan hij niet begrijpen. In zijn kinderjaren besluit Yozo de clown uit te hangen; alleen zo hoeft hij nooit gesprekken aan te gaan en zijn emoties onder ogen te zien. Tijdens zijn studententijd zoekt hij zijn heil in drugs, drank en seks. Zijn pogingen relaties op te bouwen met vrouwen lopen elke keer op niets uit. Zonder vals sentiment beschrijft Osamu Dazai wat er gebeurt als depressie en angst zich meester maken van een mens. In buitengewoon krachtig proza beschrijft hij het tragische leven van Yozo, een leven van de vervreemding van een individu in een samenleving waarin hij zijn plaats niet vindt, met maar heel af en toe vluchtige momenten van verbintenis en genegenheid. Als mens mislukt toont op schitterende wijze de gevoelens van een neerslachtige generatie die opgroeit in de jaren dertig van de vorige eeuw.

Biografie

Osamu Dazai (Kanagi, 1909-Tokio, 1948) was het tiende kind van een welgestelde aristocratische grootgrondbezitter. Hij werd schrijver van romans, verhalen en essays, een oeuvre dat in Japan nog steeds veel wordt gelezen. Als mens mislukt is semi-autobiografisch en verscheen in 1948, vlak voordat Dazai suïcide pleegde. Het is in Japan een van de best verkochte boeken ooit en heeft sinds de jaren vijftig veel succes in de Verenigde Staten.

Vertaler

Luk Van Haute woonde van 1986 tot 1992 in Japan, waar hij onder meer Japanse literatuur studeerde aan de Universiteit van Tokio en actief was in de filmindustrie. Sindsdien verbleef hij er vrijwel jaarlijks enkele weken of maanden. Hij is vertaler van het werk van Haruki Murakami, Yoko Ogawa, Osamu Dazai en heel wat andere Japanse auteurs, en werd bekroond voor zijn bloemlezing Liefdesdood in Kamara en andere Japanse verhalen. Van Haute is auteur van tal van artikelen over de Japanse samenleving voor diverse kranten en tijdschriften in Nederland en Vlaanderen.

Fragment

Drie foto’s heb ik van de man gezien.

De eerste is een foto uit wat je zijn ‘kindertijd’ zou moeten noemen, van toen hij vermoedelijk een jaar of tien was. Het kind is omgeven door een heleboel vrouwen (ik neem aan dat het jongere en oudere zussen van hem zijn, met nog wat nichten erbij). In een tuin, aan de rand van een vijver, staat hij daar in een hakama met brede strepen, met zijn hoofd zo’n dertig graden naar links gebogen en een lelijke lach. Lelijk? Tja, simpele mensen (zij die geen belangstelling hebben voor wat mooi of lelijk is dus) zouden droogweg een nietszeggend compliment geven als: ‘Hm, schattig jongetje.’ En dat compliment zou niet eens helemaal onterecht klinken, want in die glimlach op zijn gezicht zit wel degelijk iets van ordinaire ‘schattigheid’, maar iedereen die ook maar enige esthetische scholing heeft genoten zou na één blik wellicht met grote afschuw mompelen: ‘Wat een vreselijk kind.’ Om dan, met het soort gebaar waarmee je een rups van je afslaat, de foto weg te gooien.

En inderdaad, hoe meer ik naar de glimlach van dat kind kijk, hoe meer me een onbestemd onbehagen bekruipt. Om te beginnen is het eigenlijk geen glimlach. Deze jongen lacht helemaal niet. Het bewijs hiervoor zijn de twee stevig gebalde vuisten waarmee hij daar staat. Mensen lachen niet terwijl ze zo hun vuisten ballen. Hij is een aap. Hij heeft de lach van een aap. Hij trekt lelijke rimpels in zijn gezicht, meer niet. Een ‘verschrompeld ventje’ wil ik hem noemen, echt waar, zo bizar is die gelaatsuitdrukking op de foto, zo onwelvoeglijk ergens ook, en op een rare manier zelfs misselijkmakend. Nog nooit heb ik een kind met zo’n vreemde gelaatsuitdrukking gezien.

Het gezicht op de tweede foto heeft dan weer een verbazingwekkende metamorfose ondergaan. Hier is hij gekleed als student. Of de foto uit zijn tijd op de hogere school stamt of uit zijn tijd op de universiteit is niet duidelijk, maar hoe dan ook is hij een ontzettend mooie student. Toch krijg je ook hier merkwaardig genoeg niet het gevoel dat je een levende mens ziet. Hij draagt een schooluniform, uit zijn borstzak piept een witte zakdoek, hij zit met zijn benen gekruist op een rieten stoel en ja, weer lacht hij. Deze keer is het niet de lach van een verschrompelde aap maar een erg vernuftige glimlach, al verschilt die toch weer enigszins van een menselijke lach. Hij mist iets wezenlijks, wat ik persoonlijk ‘de zwaarte van het bloed’ zou noemen, of ‘de bitterheid van het leven’. Licht als een vogel, of nee, nog lichter, licht als een veertje, een velletje wit papier, zo lacht hij. Het komt voor honderd procent gekunsteld over. Het woord ‘geaffecteerd’ dekt de lading niet. ‘Wuft’ ook niet. ‘Meisjesachtig’ al evenmin. En ‘flamboyant’ al helemaal niet. Trouwens, als je hem goed bekijkt, doet die mooie student je ergens ook denken aan een engerd in een spookverhaal. Nog nooit heb ik een jongeman met zo’n vreemde schoonheid gezien.

De laatste foto is de zonderlingste. Zijn leeftijd is nog moeilijk te schatten. Zijn haar blijkt deels grijs. Hij zit in de hoek van een erg vuile kamer (op de foto is duidelijk te zien hoe de muur op drie plaatsen is afgebrokkeld) met zijn handen boven een kacheltje, en ditmaal lacht hij niet. Hij is volkomen uitdrukkingsloos. Er gaat echt een onverkwikkelijke, onheilspellende sfeer uit van de foto, alsof hij zomaar is doodgegaan terwijl hij daar zat, met zijn handen nog boven de kachel. En dat is niet het enige wat er zonderling aan is. Omdat zijn gezicht op deze foto vrij groot staat afgebeeld, heb ik de structuur ervan grondig kunnen bestuderen. Het voorhoofd is alledaags, de rimpels in dat voorhoofd zijn alledaags, de wenkbrauwen zijn alAls mens mislukt.indd 7 12-10-2023 15:46:22 8 ledaags, de ogen zijn alledaags, de neus, de mond, de kin, nee, in dit gezicht zit geen enkele expressie, het laat niet eens een indruk na. Het heeft geen kenmerkende eigenschappen. Stel nu dat ik naar deze foto kijk en dan mijn ogen dichtdoe. Op slag ben ik het gezicht al vergeten. De muur en het kacheltje kan ik me herinneren, maar de indruk van het gezicht van de hoofdpersoon in die kamer verdampt en wat ik ook probeer, ik kan het me niet meer voor de geest halen. Het gezicht is ongeschikt voor een schilderij. Het gezicht is zelfs ongeschikt voor een cartoon of wat dan ook. Ik doe mijn ogen weer open. Zeg ik dan blij: ‘O, zo’n gezicht was het, nu weet ik het weer!’? Nee, zelfs dat niet. Cru gesteld: ook al doe ik mijn ogen open en bekijk ik de foto opnieuw, dan nog herinner ik me niet dat ik dit gezicht ooit eerder zag. En zo, vol ongenoegen en ergernis, wil ik er alleen nog maar mijn ogen van afwenden.

Zelfs iemand over wie de zogeheten ‘schaduw van de dood’ hangt, heeft wellicht meer expressie, laat meer indruk na. Is dit wat je krijgt als je de kop van een werkpaard op een mensenlichaam bevestigt? In elk geval, iets in zijn aanblik doet je huiveren en geeft je een naar gevoel. Nee, nog nooit heb ik een man met zo’n vreemd gezicht gezien