Logo Schwob.nl - de mooiste vergeten klassiekers

Marcel Schwob
sticker De mooiste vergeten klassiekers
Derek Jarman - Moderne natuur

2024 | Uitgeverij Das Mag| €32,50 | Paperback met zaaibare buikband, 480 blz. | Vertaald door Henny Corver en Nico Groen

Derek Jarman

Moderne natuur (Uitgeverij Das Mag)

Boek

Nadat hij in 1986 met hiv wordt gediagnosticeerd, koopt de Britse filmmaker en schrijver Derek Jarman (1942-1994) een stuk land met een houten cottage aan de kust van Kent. De wanden schildert hij pikzwart, de felgele kozijnen laat hij intact, en in de kiezels rond het huis in de schaduw van de kerncentrale van Dungeness begint hij aan zijn droomtuin.

Niet alles wat Jarman plant overleeft de felle wind en het opspattende zeewater, toch lukt het hem om in die woestenij een tuin van indrukwekkende schoonheid te creëren. Terwijl zijn gezondheid steeds verder achteruitgaat, blijft Jarman zijn dagen in Dungeness tegen de klippen op vastleggen en blikt hij terug op zijn leven: zijn jeugd in een conservatief gezin, zijn tijd als jonge, queer man in het Londen van de jaren zestig en zijn tegendraadse kunstenaarscarrière.

Nu is het er voor het eerst in Nederlandse vertaling: dit prachtige, levenslustige dagboek over een tuin aan de rand van het bestaan.

Biografie

Derek Jarman (1942-1994) was een invloedrijke Britse schrijver, kunstenaar en avant-gardistisch filmmaker. Hij brak door met experimentele en provocerende films als Sebastiane (1976) en Jubilee (1978), schuwde het niet om in zijn werk expliciete (homo)seksuele referenties te maken en openlijk kritiek te leveren op de Britse politiek, en werkte voor muzikanten als The Smiths, The Sex Pistols en Pet Shop Boys.

Vier maanden voor zijn aan aids gerelateerde overlijden, verscheen zijn film Blue (1993). De film bestaat uit één schermvullende opname van verzadigd blauw, waarbij Jarman over zijn leven en visie vertelt. Door zijn ziekte zag Jarman tegen het einde van zijn leven alleen nog in blauwtinten.

Jarman bleef zich fel inzetten voor homorechten tot zijn overlijden in 1994. Zijn werk, en in het bijzonder zijn tuin en Prospect Cottage in Dungeness, blijft kunstenaars en kunstliefhebbers over de hele wereld inspireren.

Vertaler

Henny Corver (1952) werkte 33 jaar bij de publieke omroep als vertaalster van films, series en documentaires in alle genres van comedy tot natuurprogramma’s. In 2016 keerde ze terug naar haar oude liefde, literaire non-fictie. Ze vertaalde werk van o.a. Annie Dillard (haar Pelgrim langs Tinker Creek werd in 2020 onderscheiden met de Filter Vertaalprijs), Stephen Fry, Natalie Haynes en Olivia Laing.

Nico Groen (1965) vertaalde werk van onder anderen Robert Macfarlane, Helen Macdonald en Zadie Smith. Zijn specialiteit is literaire fictie, vooral boeken over de natuur. In 2022 hield hij een lezing en gaf een workshop over de valkuilen die daarbij op de loer liggen, in 2023 interviewde Hans Steketee hem daarover voor NRC.

Fragment

1989

 

JANUARI

 

Zondag 1

Prospect Cottage, met zijn zwartgeteerde planken, staat op het kiezelstrand aan de kust bij Dungeness. Tachtig jaar geleden werd het gebouwd aan de rand van de zee; vele jaren geleden dreigden golven die bulderend tot aan de voordeur rolden het in een stormnacht te verzwelgen... Nu heeft de zee zich teruggetrokken en kiezelstroken achtergelaten. Vanuit de lucht kun je ze duidelijk zien; vanaf de vuurtoren op het puntje van de Ness waaieren ze uit als hoogtelijnen op een kaart.

Prospect staat met de voorkant naar de opkomende zon, met een weg ervoor die zilverkleurig schittert van de zeevlam. Een donkergroen bremstruikje steekt uit het vlakke, okerkleurige kiezelstrand. Erachter, aan de waterlijn, de silhouetten van een warboel van hutten en vissersboten en een lang geleden verlaten bakstenen krot, als een bunker die onder een rare hoek is scheefgezakt; jaren geleden werden er visnetten in gekookt, in een amberkleurig conserveringsmiddel.

Er zijn geen muren en geen schuttingen. De grens van mijn tuin is de horizon. In dit desolate landschap wordt de stilte slechts verbroken door de wind en door kibbelende meeuwen rond de vissers die de middagvangst binnenbrengen.

Er is hier meer zonlicht dan waar ook in Groot-Brittannië; dat en de constante wind veranderen de kiezelvlakte in een steenwoestijn waar alleen de taaiste grassen voet aan de grond krijgen, die op hun beurt de weg plaveien voor saliegroene zeekool, blauw slangenkruid, rode klaproos en geel vetkruid.

Tussen de kiezels huizen leeuweriken. In de lente heb ik er wel een stuk of tien geteld die hoog in de lucht zongen, onzichtbaar in de blauwe hemel. Groepjes groenlingen snorren voorbij in een soort slinger, in de greep van een stevige bries. Bij laagtij trekt de zee zich terug en onthult een brede zandbank waarboven laag overvliegende zeevogels als kwikzilver lijken te verdwijnen. Meeuwen foerageren naast vissers die zeepieren steken. Als er ’s winters een storm opsteekt, scheren aalscholvers over de golven die langs de Ness razen en lukraak stenen de steile helling op slingeren.

Het uitzicht vanuit mijn keuken achter in het huis wordt aan de linkerkant begrensd door de oude vuurtoren van Dungeness en de ijzergrijze kolos van de kerncentrale. Ervoor vormen donkergroene brem en gaspeldoorn met zijn felgele bloemen eilandjes tussen de kiezels, die eindigen bij een struikachtig bosje van grauwe wilgen en essen, in hun groei gestuit en kromgebeukt door de stormwind.

Midden in het bosje staat een dorre perenboom die al een eeuw verwoede pogingen doet een meter of drie hoog te worden; aan de voet ligt een tapijt van viooltjes. Knoestige hondsrozen houden de wacht voor dit verscholen oord, waar op rustige zomerdagen bruine zandoogjes en blauwtjes met honderden tegelijk samenkomen, fladderend langs brandnetels die zwart zien van de vossenrupsen.

Hoog in de lucht zweeft een eenzame havik, terwijl ver weg aan de blauwe horizon de grote toren van de middeleeuwse kerk van Lydd, de kathedraal van het drasland, oplost en weer opdoemt in de zinderende lucht.

 

~

 

Er bloeit een hemelsblauwe bernagieplant, die deel uitmaakt van een kluitje dat spontaan is opgeschoten bij de achterdeur. Als het ’s ochtends vroeg vriest hangt hij, maar hij richt zich snel weer op: ‘Van mij, bernagie, word je blij.’

 

Donderdag 5

De eerste krokus bloeit in de voortuin, een van de bollen die ik vorig jaar her en der in kuiltjes turf tussen de kiezels heb geplant. Hij heeft er de hele ochtend over gedaan om zich te openen en wist uiteindelijk het zonlicht te vangen toen de zon achter het huis verdween.

 

Maandag 9

Rozen geplant – Rugosa double de Coubert HarrisoniiRosa mundi – een selectie oude soorten, aangeschaft bij Rassells in Earls Court. Als ik klaar ben, zullen er ruim dertig in groepjes verspreid in de tuin staan, maar zoveel mogelijk zonder de ruigheid geweld aan te doen.

Ik kwam in de schemering bij de kwekerij aan, op het pleintje onder de platanen: het is er heel romantisch. Wanneer je in het toenemende duister tussen de rijen planten loopt en de verwerende foto’s boven elke plant ziet, verzink je in dromen over lange zomerdagen. Rosa mundi, ‘roos van de wereld’, met zijn karmijnrood-met-roze gestreepte bloemen, een oude mutant van de apothekersroos, Rosa gallica Officinalis, de ‘Provins rose’. Die werd door een twaalfde-eeuwse kruisvaarder meegebracht en Guillaume de Lorris maakte haar onsterfelijk in zijn dichtwerk Roman de La Rose. Toen ik mijn rozen wilde afrekenen, trof ik mijn oude vriend André achter de kassa. Hij moest lachen om het idee van mijn wilde tuin.

 

Maandag 16

Een tweede hulststruik is opgegeten door een vraatzuchtig konijn dat de stam dwars heeft doorgeknaagd om de blaadjes waar hij niet bij kon te verschalken. Ik heb het weinige dat ervan over is teruggesnoeid. Vorig jaar, nadat ik hem had verplant vanuit zijn knusse bed landinwaarts, verloor hij al zijn blad tijdens een ijskoude oostenwind; de zwarte resten kwamen langzaam weer tot leven.

Die hulststruiken waren mijn eerste planten; ik kweekte ze op in grote, tussen de kiezels ingegraven kuipen. Ik putte hoop uit het gegeven dat ze aan de andere kant van de Ness groeien, bij Holmstone.

Deze oeroude bomen, door de wind in angstaanjagende vormen gedwongen, worden voor het eerst door Leland genoemd in zijn Itineraries; daarin zegt hij dat ‘sy voghels aenlokken ende er doeden veele’.

 

Woensdag 18

Verdergegaan met rozen planten: Rosa Foetida bicolor, nog een oude roos, sinds de twaalfde eeuw geteeld in het Midden-Oosten, met enkelvoudige, felgeel-met-rode bloemen, en Cantabrigiensis, zachtgeel, in de jaren dertig ontdekt in de botanische tuin van Cambridge.

Een heldere, zonnige dag; door het broeikaseffect verdwijnt de winter.

Om twaalf uur werd een lading mest uit de plaatselijke manege bezorgd. Toen ik die wegschepte, merkte ik hoe zwak ik ben. Het kostte me grote moeite de joviale boer uit Glasgow bij te houden, die halverwege de zestig moet zijn geweest. Omdat ik geen kruiwagen heb moest ik de hele dag zware zakken sjouwen om maar een derde van de lading door de tuin te vervoeren. De mest kostte 24 pond; de hele onderneming – mest en rozen – heeft me rond de tweehonderd pond gekost en maakt me blij. Rond theetijd had ik overal zo’n pijn dat ik het welletjes vond. Om halfvijf zonk de zon achter de kerncentrale.

Reacties

 ‘Een stil makende meditatie, een louterende les in nederigheid, een stilistisch verfijnd loflied op het natuurlijke leven.’ – ★★★★★, HUMO (link)

‘Een prachtige neerslag van wat een tuin kan betekenen als de dood aanklopt.’ – ★★★★, De Standaard (link)

Gerbrand Bakker in De Groene Amsterdammer: ‘Ik merkte dat ik bij deze man wilde zijn, ik wilde zelfs een rolletje in een van zijn films en wijntjes drinken met Tilda Swinton.’ (link)

‘Met niets te vergelijken. Met een dwarse gevoeligheid beschrijft Jarman net zo goed lieftallige bloemen als expliciete homoseks.‘ — Saskia de Coster

‘Tuinieren op leven en dood, dat is wat Jarman doet. Het is een voorrecht om daar bij te mogen zijn.’ – Angelo Tijssens

‘Zijn duintuin kan je vandaag nog bezoeken, hemzelf niet meer. Gelukkig is er dit grandioze dagboek om te koesteren.’ – Bent Van Looy

‘Als er één man is die mijn kijk op tuinieren heeft veranderd is het wel Derek Jarman.’ – Daan van der Valk, Boekhandel Van Rossum

‘Een fascinerende en prikkelende reis door de geest en het hart van een onstuimige queer kunstenaar in de laatste jaren van zijn leven.’ – Michiel van Erp, regisseur