Maria Lazar
Maria Lazar (1895-1948) werd geboren in Wenen in een Joods gezin uit de hogere middenklasse. Ze studeerde af aan de beroemde meisjesschool van Eugenie Schwarzwald, in wier salon zij Oskar Kokoschka, Elias Canetti en Hermann Broch ontmoette. Vanaf het begin van de jaren twintig werkte Lazar als vertaalster en schreef voor gerenommeerde internationale kranten. Pas in 1930 verwierf ze vrijwel van de ene op de andere dag literaire bekendheid, onder het pseudoniem Esther Grenen. Aan dit succes kwam een einde toen de nationaalsocialisten de macht grepen. Zij en haar dochter verlieten Oostenrijk in 1933 en gingen, tegelijk met Bertolt Brecht en zijn vrouw Helene Weiger, in Denemarken in ballingschap. In 1934 verscheen in Engeland een erg ingekorte versie van Lazars niet eerder gepubliceerde roman Leben verboten!, als No right to live. Vijf jaar later vluchtte ze naar Zweden, waar ze in 1948, al jarenlang ongeneeslijk ziek, zelfmoord pleegde. Leben verboten! verscheen pas in 2020 voor het eerst compleet, zoals het bedoeld was, in het Duits.