Logo Schwob.nl - de mooiste vergeten klassiekers

Marcel Schwob
sticker De mooiste vergeten klassiekers
Maria Lazar - Leven verboden!

2021 | Van Maaskant Haun | € 22,99 | Paperback, 292 blz. | Vertaald door Kris Lauwerys en Isabelle Schoepen

Maria Lazar

Leven verboden! (Van Maaskant Haun)

Boek

Berlijn, 1931. De mensen zijn uitgedanst. De roaring twenties zijn voorbij: massawerkloosheid, armoede en politieke radicalisering bepalen het dagelijks leven van de burgerij. Na de grote beurskrach van 1929 staat ook de vooraanstaande bankier Ernst von Ufermann op de rand van faillissement. Hij moet dringend naar Frankfurt om te onderhandelen over een nieuwe lening. Op weg naar het vliegveld worden zijn papieren gestolen en het vliegtuig vertrekt zonder hem. Als het kort na opstijgen neerstort, denkt men dat ook hij tot de slachtoffers behoort. Ufermann grijpt zijn kans: in dienst van een nationaalsocialistische organisatie neemt hij een nieuwe identiteit aan en reist naar Wenen. Zijn vrouw, die inmiddels een relatie heeft met zijn zakenpartner, strijkt intussen het exorbitante bedrag van haar mans levensverzekering op. Er begint een kat-en-muisspel van bedrog, verraad en leugens, waarbij maar een ding zeker lijkt: zijn oude leven blijft verboden voor Ernst von Ufermann.

Biografie

Een afbeelding van Maria Lazar

Maria Lazar (1895-1948) werd geboren in Wenen in een Joods gezin uit de hogere middenklasse. Ze studeerde af aan de beroemde meisjesschool van Eugenie Schwarzwald, in wier salon zij Oskar Kokoschka, Elias Canetti en Hermann Broch ontmoette. Vanaf het begin van de jaren twintig werkte Lazar als vertaalster en schreef voor gerenommeerde internationale kranten. Pas in 1930 verwierf ze vrijwel van de ene op de andere dag literaire bekendheid, onder het pseudoniem Esther Grenen. Aan dit succes kwam een einde toen de nationaalsocialisten de macht grepen. Zij en haar dochter verlieten Oostenrijk in 1933 en gingen, tegelijk met Bertolt Brecht en zijn vrouw Helene Weiger, in Denemarken in ballingschap. In 1934 verscheen in Engeland een erg ingekorte versie van Lazars niet eerder gepubliceerde roman Leben verboten!, als No right to live. Vijf jaar later vluchtte ze naar Zweden, waar ze in 1948, al jarenlang ongeneeslijk ziek, zelfmoord pleegde. Leben verboten! verscheen pas in 2020 voor het eerst compleet, zoals het bedoeld was, in het Duits.

Meer informatie

Vertaler

Kris Lauwerys en Isabelle Schoepen vertalen al meer dan tien jaar als duo Franstalige en Duitstalige literatuur in het Nederlands. Wie de eerste vertaalversie maakt en wie die verfijnt, bepalen ze voor elk boek opnieuw. Zo lezen telkens vier ogen het werk van vier handen. Vanuit hun thuisbasis Wenen zoeken ze actief naar bijzondere Oostenrijkse auteurs en brengen die onder de aandacht van uitgevers. Zo ontstonden de laatste jaren vertalingen van namen uit de twintigste en eenentwintigste eeuw zoals Gregor von Rezzori, Maria Lazar, Milena Michiko Flasar, Ljuba Arnautovic en Philipp Blom. Klassiekers als Friedrich Torberg en Ferdinand von Saar liggen nog op de plank.

Daarnaast leenden ze hun Nederlandse pen aan hedendaagse Duitse auteurs als Kristine Bilkau, Olivia Wenzel, Alexander Schimmelbusch, Ulla Lenze, en klassiekers als Walter Kempowski en Gabriele Tergit.

Uit het Frans vertaalden ze o.a. George Simenon, Maurice Leblanc (bekend van Arsène Lupin), Adeline Dieudonné, Yamina Benahmed Daho, Henry Bauchau en Sorj Chalandon.

Fragment

Weggewaaid als een blad in de wind

Opstaan, opstaan, uit de veren! Het is vast al bijna halfzeven. Geen tijd meer om naar de badkamer te stormen, waar zijn de sokken, waar is de boekentas, de thee, nee, de chocolademelk, is te heet, zijn lippen verbrand, daar gaat de bel al, het vliegtuig stijgt op, een mooi, glanzend stalen toestel, de bel gaat en de deur van de klas valt dicht, nu baat er niets meer, het is te laat, nu is hij weer eens te laat –

Een jongen genaamd Ernst schiet overeind, kijkt onrustig om zich heen. De radiumwijzers van de wekker stralen op het nachtkastje: halfdrie. Over de stoel hangt een ontstellend lange mannenbroek, duidelijk zichtbaar zodra je ogen aan het donker gewend zijn.

Een man genaamd Von Ufermann, directeur van de firma E. Ufermann & Co., strekt zich weer uit en trekt de deken over zijn hoofd, als een kind dat ’s nachts bang is. Hij heeft tenslotte nog zo veel tijd, mag nog uren doorslapen. Die zenuwachtigheid voor het vertrek ook altijd, net zoals voor opwindende schooldagen. Waarom zou hij ook te laat komen. Katinka zal hem wekken, ze is een erg betrouwbaar dienstmeisje, en Gierke rijdt op de minuut precies de auto voor. Er zou zelfs nog tijd zijn als Katinka zich zou verslapen. Maar dat gebeurt beslist niet. Vertrek om kwart voor acht. Vliegveld van Tempelhof. Met watten in zijn oren. Watten in je oren, dat is niet aangenaam.

Zo’n deken waaronder je wegkruipt, moederziel alleen in de nacht, wordt een reuzenbuidel. Warm en muf is het in die buidel. God, als de slaap nou maar eens kwam. Vóór belangrijke gesprekken zou je toch op z’n minst een fatsoenlijke nachtrust moeten hebben gehad. Slaapmiddelen? Daar word je alleen maar suf van. En morgen moet het kopje helder zijn, morgen moeten de heren in Frankfurt ervan overtuigd worden dat hun eigen, jawel, hun eigen lot op het spel komt te staan als de firma Ufermann aan het wankelen gaat, nee, niet alleen aan het wankelen gaat, maar afglijdt, afglijdt naar een catastrofe. Dan glijden jullie allemaal mee de diepte in, begrepen! Wij hebben geen medelijden nodig, geen goedheid, geen liefdadigheid, maar louter en alleen wat solidariteit. De lening is belachelijk laag, jullie denken in alle ernst toch niet dat –

Ja, als de ouwe hem straks nou maar begrijpt. Met de jonge garde valt beter te praten. Maar de waardige Hebenberth is nog uit de jaren tachtig, die weet gewoon niet waar het tegenwoordig om draait, in de economie, in de hele economie, de wereldeconomie namelijk. Hij zegt dat er altijd al crisissen, perioden van stagnatie zijn geweest. Maar hij heeft niet in de gaten dat de economie intussen is geëvolueerd, dat die kolossale proporties heeft aangenomen, en daarmee ook de crisissen. Meneer Hebenberth, zou hij hem moeten zeggen, mocht het u nog niet zijn opgevallen: u leeft niet meer in 1887 of 1888, u leeft in het jaar 1931. Maar luisteren doet de man nooit. Moed houden, m’n beste, zegt Hebenberth, en hij stuurt hem naar huis en kijkt doodbedaard toe hoe hij het moeras in loopt, moed houden, m’n beste, en verzuip. Zijn baard is wit en zacht als die van de rector, die vroeger voor het examen een schouderklopje gaf. Moed houden.

Het loopt wel los, de firma redt het wel, ook als alles fout loopt. Paul zegt het ook, want Paul is er rotsvast van overtuigd dat niets ooit echt fout kan lopen als hij erbij is, en in die zin is het niet kwaad hem als vennoot te hebben, hij maakt een zelfverzekerde indruk, ook tegenover het personeel. En als het toch fout zou lopen, dan zouden ze weg moeten uit de villa, naar een etagewoning, tegenwoordig is dat geen schande meer,

Leven verboden!

hoeveel mensen is dat lot niet beschoren, hoewel het voor mama echt verschrikkelijk wordt, op haar leeftijd, en Irmgard moet ’s winters naar Davos. De auto zouden ze moeten opgeven en een van de dienstmeisjes zouden ze moeten ontslaan, misschien zelfs alle twee, jammer vanwege Katinka, en wie weet moeten ze wel in een achterhuis gaan wonen, Irmgard in een achterhuis, zijn vrouw, mevrouw Von Ufermann –

Ook de warme reuzenbuidel van de deken beschermt niet tegen dat soort gedachten, hoewel er eigenlijk niets kan gebeuren zolang de heer Von Ufermann, directeur van de firma Ufermann & Co., er opgerold en met zijn twee vuisten voor zijn gezicht in zit. Vannacht mag hij zich in ieder geval nog veilig voelen. Het huis slaapt diep en vast. Irmgard waarschijnlijk ook. Ze had weer haar 37,4 vanmiddag. Kon hij nou ook maar eens 37,4 hebben, of 38,4 of 39,4. Dan zou geen mens van hem kunnen verlangen dat hij naar Frankfurt vloog om een onoplosbaar probleem op te lossen, de firma te redden, de eer van het huis, van de naam of hoe ze het ook noemen. Een zieke jongen stuur je ook niet naar school. Aspirine, koude kompressen, artsen, steeds meer artsen, levensgevaar. Nu heeft niemand het nog over zaken, Irmgard huilt en vergeet zelfs haar eigen 37,4, en als hij doodgaat, draagt ze een zwarte sluier, past goed bij blond, en bovendien, god, dat hem dat nu pas te binnen schiet, bovendien krijgt ze dan ook nog zijn krankzinnige levensverzekering, ze wordt rijk, de firma gered, de auto, de villa, de dienstmeisjes. Is dat niet gemakkelijk, ontzettend gemakkelijk?

De radiumwijzers van de wekker hebben iets manends. Tegen de ochtend zullen ze langzaam verbleken.

***

Rotding, rukt je uit je diepe slaap!
Katinka grijpt naar de blauwe keukenwekker en stopt hem onder haar hoofdkussen,

zodat Grete niet wakker wordt, ze heeft haar immers plechtig beloofd alles alleen te doen, ook de thee voor meneer. Grete ligt daar met open mond, het is snikheet op de mansarde, het raam dicht, Grete wil het zo, omdat ze nou eenmaal een boerendochter is en het gewend is om de hele dag in de keuken te staan. Geen greintje cultuur. Mevrouw slaapt alleen maar met open ramen, dag en nacht, bij haar ruikt het lekker naar frisse lucht. Hier ruikt het ook, maar naar eksterogen en gesmolten boter, hoeveel meiklokjesparfum ze ook op het beddengoed sprenkelt. Wat een leven toch!

Katinka spuugt voor de toiletspiegel op haar vingertoppen en strijkt haar wenkbrauwen glad. Snel nog met het zakkammetje door haar haar, wat poeder op haar neus, kapje, schortje, en klaar is kees, dat moet volstaan voor dit tijdstip van de dag. Meneer kijkt haar toch nauwelijks aan. Waar die altijd met zijn gedachten is. Gierke denkt dat bij hem ook niet alles op rolletjes loopt. Tegenwoordig hebben ook de nette lui zo hun zorgen.

En de Ufermanns zijn nette lui, daar valt echt niet over te klagen. Onberispelijke kamer, zelfs voor de dienstmeisjes ingebouwde kasten, fatsoenlijk loon, beleefde behandeling en de vrije middagen netjes geregeld. Af en toe nog een avondjurk van mevrouw of een handtasje, en met de chauffeur is het ook zo nu en dan lollig. Wat wil je nog meer, anderen staan vandaag de dag op de keien.

Reacties

‘Een zeer indringende en nog steeds actuele roman die op alle gebieden bevredigt.’ – die Zeit

‘Intrieste, ontzettend grappige en een zeer onderhoudende literaire herontdekking.’ – (SWR) Südwestrundfunk

‘Ondanks de duistere inhoud is Leven verboden! zeker niet deprimerend. Daar zorgen de levendige vertelwijze van de schrijfster en de onnadrukkelijk tragikomische situaties wel voor. Maria Lazar bouwt de spanning op met behulp van weglatingen en hiaten die ze langzaam invult.’ – Schrijver, recensent en letterkundige Dieter Wunderlich