Logo Schwob.nl - de mooiste vergeten klassiekers

Marcel Schwob
sticker De mooiste vergeten klassiekers
Fran Ross - Oreo

2021 | Cossee | € 27,50 | Gebonden, 224 blz. | Vertaald door Anna Helmers-Dieleman

Fran Ross

Oreo (Cossee)

Boek

Als de Jiddisje mamme hoort dat haar witte zoon Samuel Schwartz met de zwarte Helen Clark gaat trouwen, krijgt zij een hartinfarct, en als Helens vader hoort dat zijn dochter met een Jood samen is, bevriest hij ‘tot een half hakenkruis’. Jaren later gaat hun dochter Oreo op zoek naar haar Joodse vader in New York, met op zak niet veel meer dan een paar raadselachtige aanwijzingen die deze shmuck bij zijn vertrek uit Philadelphia heeft achtergelaten.

Ze verlaat het veilige nest van zwarte antisemieten, natuurhaters en buurtnymfomanen, en waagt zich in een wereld met Joodse racisten, dierenbeulen, pooiers, dekhengsten, en heel veel Samuel Schwartzen. De odyssee van de jonge Oreo door Manhattan in de broeierige jaren zeventig ontvouwt zich als een superslimme en speelse feministische parodie op Theseus’ adembenemende avonturen. Pop, Jiddisj, black slang en gangsta; brieven, recepten en advertenties – Oreo navigeert op haar intellectuele en emotionele kompas door taal en tijd en overleeft haar tocht dankzij haar zelfbedachte vechtsport pit: niemand daagt haar ongestraft uit.

Biografie

Een afbeelding van Fran Ross

Fran Ross (1935 - 1985) deed eindexamen op haar vijftiende, kreeg een stipendium voor de universiteit van Philadelphia en haalde daar haar bachelor. In 1960 verhuisde zij naar New York en werkte een tijdlang bij de uitgeverijen McGraw-Hill en Simon & Schuster. Ross schreef voor tijdschriften als Essence en Playboy en werkte voor de show van de komiek Richard Pryor. In 1974 werd haar debuut Oreo gepubliceerd in de VS, op het hoogtepunt van de Black Power-beweging, maar het boek bleef vrijwel onopgemerkt – en een enkele keer volledig misverstaan. Het boek was zijn tijd vooruit. Op vijftigjarige leeftijd overleed Fran Ross aan kanker, een tweede roman bleef onvoltooid. Inmiddels is Oreo in vele vertalingen verschenen en geldt als een moderne klassieker, baanbrekend qua vorm en taal.

Meer informatie

Vertaler

Anna Helmers-Dieleman studeerde af aan de Universiteit Utrecht met specialisaties in onderwijs en muziek. Na haar studie gaf ze trainingen in academische vaardigheden en werkte als educatief adviseur bij Oxford University Press. Sinds 2014 is ze actief als zelfstandig vertaalster Engels-Nederlands en Nederlands-Engels, in 2018 rondde ze de tweejarige opleiding Literair Vertalen aan de Vertalersvakschool (Amsterdam) af.

Fragment

Louises droom

Toen Christine ongeveer tweeënhalf was kreeg ze haar bijnaam. Die kwam tot Louise in een droom: Louise liep op een grijze, betrokken dag met Christine langs een zandweg, toen de wolken plotseling uiteen weken en er, recht voor het kind, een zonnestraal naar beneden scheen. Uit deze zonnestraal klonk een hoog piepstemmetje. ‘En men noeme haar Oriool,’ piepte het stemmetje.

Toen Louise die ochtend wakker werd pakte ze meteen haar droomboek erbij. Naast het woord oriool stond het getal 483. Dat speelde ze drie dagen achter elkaar in de lotto. Op de derde dag was het raak en won ze vijfhonderd dollar, haar eerste prijs in ruim drie weken (zo lang had ze, voor zover ze zich kon herinneren, nog nooit drooggestaan). Op die eerste dag had ze James tijdens het afspuiten over haar droom verteld, en toen had hij gegrijnsd. En ze had haar hele familie en alle buren erover verteld, zoals ze vaak met belangrijke dromen deed. Als ze Louises woorden konden ontcijferen viel soms de hele buurt in de prijzen.

Iedereen vond dat Louise een geweldige bijnaam voor Christine had gevonden. De mensen noemden het kind al van alles als het achter Louise aan over straat drentelde – die hen dan op fluistertoon vervloekte. Ze noemden haar Toffeetje en Chocolaatje en Boterbabbelaartje. Maar als ze naar Christines diepbruine kleur en brede lach vol suikerwitte melktandjes keken, zeiden ze bij zichzelf: ‘Och, wat doet dat kind me toch denken aan zo’n Oreo-koekje – van opzij.’ En zo kwam Oreo aan haar naam. Niemand had door dat Louise ‘Oriool’ zei. Toen ze er stomtoevallig achter kwam wat iedereen dacht dat ze zei, vond ze het prima. ‘Ik had ’t toch nooit zo op vliegbare vogels, alleen op eetbare,’ zei ze. ‘Maar Oreo-koekies, daar ben ik dol op.’ En nu bedoelde ze wat de rest ook bedoelde.

Huisdieren

Naamgeving was erg belangrijk bij de familie Clark. Hier volgen nog twee voorbeelden. Herbert Butler, Louises nomadische broer, bracht eens een parkiet voor de kinderen mee terug van een van zijn reizen. Het beestje was pastelblauw. Alleen zijn kleur (Louises lievelingskleur) redde het beestje van Louises totale verachting. (‘Vliegen ho maar, dat beest doet niks als zitten.’) Oreo noemde de parkiet Pikkie, Jimmie C. noemde hem liefkozend Baldakijn. Louise, die geen zin had om een van deze namen te onthouden, noemde hem ‘vogel’, niet als naam maar als categorie, net zoals ze allerlei huisdieren van vrienden en familie ‘kat’, ‘hond’ en ‘goudvis’ noemde. Soms moest ze eerst alle categorieën afgaan voordat ze bij de juiste kwam: ‘Ga jij die gouwvis... nee, kat... ik bedoel, hond es even uitlaten.’ Na twee maanden vol verwarring over zijn ware naam ging Baldakijn-Pikkie-vogel dood, het levende (of eigenlijk dode) bewijs van een acuut geval van warhoofdigheid.

In hetzelfde jaar hadden Oreo en Jimmie C. een Duitse herder. Iedereen zei dat het de slimste herdershond was die ze ooit in de buurt hadden gezien. Hij kon álles – de krant halen, omrollen en doodliggen, pootje geven. Hij kon urenlang met de kinderen stoeien, en dan maakten ze om beurten ritjes op zijn sterke rug. Zijn mooie ogen glommen als hij tussen de kinderen heen en weer rende, en zijn pezige spieren golfden als hij over een hek sprong om een bal te halen die Oreo of Jimmie C. had gegooid. Volgens de papieren was zijn naam Otto, gevolgd door een reeks onuitspreekbare namen, maar de familie besloot hem anders te noemen. Ditmaal waren ze het snel eens over een naam, eentje die Helen voorstelde: Fleck. ‘Een Duitse herder verdient een Duitse naam,’ had Helen teruggeschreven toen de familie haar raadpleegde, en ze lachte in haar vuistje om het feit dat ze de prinselijke Duitse herder had getooid met het goeie ouwe afgezaagde ‘Vlekkie’.

Louise zei ‘Die Fleck, die vreet als ’n ordinaire straathond’, en met groot plezier maakte ze speciale vleesgerechten klaar die geen enkele Duitse herder voor hem ooit had gehad, zoals daube de boeuf à la Provençale en kofta kari. Toen sloeg, of eigenlijk beet, het onheil toe. Fleck had er een gewoonte van gemaakt om vreemden te bijten, dus moesten de Clarks hem wegdoen. De hele familie was verdrietig. Jimmie C. vatte hun gevoelens samen met de uitspraak: ‘Het was een goeie gozer, die Fleck. Als hij zich van die nare bijtgewoonte, ongetwijfeld veroorzaakt door heimwee, zou kunnen genezen, zou hij vast wel ergens een geschikte kudde kunnen vinden – misschien in het Westen, waar de werkgelegenheid voor herders groter is – en zijn vrouw en kinderen uit het vaderland kunnen laten overkomen.’

Auf Wiedersehen,’ zei Fleck toen het tijd was om te gaan.

Ein feste Burg ist unser Gott.’ (Het was niet duidelijk wie hij meer vreesde: Bach of Luther – het oude Rodgers-of-Hart-dilemma.)

Oreo en Jimmie C. moesten op zoek naar een nieuw speelmaatje.

Reacties

‘Oreo is de meest brutale en aanbiddelijke heldin die ooit door de wereldliteratuur is gewerveld. De poortwachters van de politieke correctheid vallen al op de eerste pagina’s flauw.’ – The Literary Review

‘Ik lees de roman als een tekst die zich los wil worstelen van ieder verwachtingspatroon, die van de witte én die van de zwarte lezer, die ruimte wil maken voor het individu, ten koste van het fnuikende groepsdenken.’ – Alfred Schaffer

‘Een overmoedig meesterwerk! Een van de verrukkelijkste en intelligentste romans die ik in de laatste jaren in handen kreeg.’ – Paul Auster